zondag 25 mei 2014

Achtien-en-half jaar

Deze maand ben ik achttien en een half jaar met mijn "man". Dat betekent voor hem in ieder geval dat hij net zo lang met, als zonder mij is geweest in zijn leven want hij was 18 en ik net 20. We gingen dat jaar allebei in Amsterdam studeren, aan de HVA, lerarenopleiding geschiedenis. Bij de introcuctiedag kregen we een historische stadswandeling door de binnenstad en ik kwam hem en zijn groepje tegen in het Begijnhofje. Hij zat op een bankje en ik keek naar hem en dacht: die is leuk! Verder gebeurde er eigenlijk niets die dag.
Toen de colleges begonnen merkte ik dat er twee van die leuke jongens waren. Ik kon ze toen natuurlijk nog niet uit elkaar houden maar ik had wel uitgezocht dat die van dat bankje Tobias heette en zijn tweelingbroer Silvester. Er waren vier klassen met eerstejaars en ik zat in 1b, silvester in 1d en Tobias in 1a. Ik wist wie welke schoenen aan had en welk jasje en dacht zo te weten wie wie was.
Soms hadden we samen les en dan deed ik een (zelf bedacht) versiertrucje. Ik ging schuin achter hem zitten en keek hem de hele tijd aan en als hij dan keek deed ik net of ik niet naar hem keek maar langs hem heen in de verte staarde.
Ook zocht ik uit waar hij woondde door naast de leraar te gaan zitten en op de klassenlijst te kijken. Daar stond Gerard Doustraat. Ha mooi, dacht ik, dat is in de Pijp, vlak bij dus. Maar het bleek in Alkmaar te zijn (BUMMER).
Als ik in het weekend naar huis ging om de was te doen enzo besprak ik hem uitgebreid met mijn vrienden. We noemde hem Tweety, omdat zijn broer Silvester heet en dat allebei Loony-Tunes figuren zijn. Ik schreef over hem in mijn dagboek en ik bedacht manieren om met hem in contact te komen.
Ik las op dat moment het boek Demian, van Herman Hesse, en wilde dan als openingszin tegen hem zeggen: " zeg heb jij Demian gelezen? Weet je dat je sprekend lijkt op de hoofdpersoon" .
Ook had ik zijn telefoonnummer van de lijst over geschreven en wilde ik hem  bellen en dan net doen of ik van Radio Veronica was. Die hadden toen een programma waarin ze willekeurig mensen belden en vroegen naar hun liefdesleven. Zo zou ik er achter kunnen komen of hij al een vriendin had of iemand leuk vond. Jaaah, ik was een echte bakvis en ook behoorlijk verliefd, maar met hem gepraat had ik nog niet.
Na anderhalve maand gingen we met alle eerste-jaars op introductiereis naar Weilre (Limburg).   In de trein raakte ik en mijn vriendin aan de praat met hem en zijn vrienden en bij het avondeten kwamen ze bij ons aan tafel zitten en de rest van de avond en de nacht hebben  hij en ik gepraat. Voor de volgende avond was dat weer het plan maar zijn broertje bleef de hele tijd bij hem en na een tijdje zij Tobias dat hij naar bed ging. Toen heb ik maar de hele nacht met Sil gepraat en het was grappig dat ze heel veel dezelfde dingen zeiden, zoals "heb je die-en-die film gezien? Of verhalen die ze vertelden over hun jeugd. Dit was ook een leuke nacht maar ik viel duidelijk op de ander en op de terugweg in de trein trok ik mijn stoute schoenen aan en vroeg hem of hij het volgende weekend wilde komen logeren in mijn ouderlijk huis, waar ik dat weekend alleen zou zijn want mijn moeder en Hans waren op vakantie. Best dapper, toch eigenlijk, van mezelf, want we hadden verder nog niets gedaan (niet gezoend of onze liefde uitgesproken of zo). Ook bleef ik in de trein zitten tot Amsterdam, om geen moment te missen, terwijl ik  eigenlijk al in Den Bosch had moeten overstappen.
Dat weekend dat hij kwam deden we spelletjes (triviant), keken we films, en lagen we heel veel in bed, maar gezoend werd er nog altijd niet. Wel bespraken we welk lied hij ging zingen op ons huwelijk, namelijk 'Love me tender'  van Elvis Presley, waar we gingen wonen en hoeveel kinderen we zouden nemen.
Ik begon toch ook een beetje te tweifelen aan zijn geaardheid, maar was te schijterig om zelf enig initiatief te nemen. Op zondag gingen we samen in de trein terug naar Amsterdam en namen afscheid op het Centraal Station.
Pas de dinsdag twee weken later hebben we gezoend op mijn zolderkamertje zonder douche en wc en toen is hij eigenlijk nooit meer weg gegaan.
Dat gebeurde dus achttien en een half jaar geleden. Ik ben er nu achteraf verbaasd over dat ik aan de ene kant zo doortastend was en aan de andere kant ook weer niet en ook ben ik trots  omdat ik blijkbaar meteen zag dat hij de ware liefde voor mij is en dat is nu, 18÷ jaar later, nog steeds zo.

donderdag 15 mei 2014

domweg gelukkig

Ik fietste gisteren lichtelijk aangeschoten vanuit de binnenstad naar mijn huis. We hadden studiedag gehad en daarna als teamuitje een stadswandeling gemaakt door de Jordaan die eindigde op het terras van café Winkel op de Noordermarkt. Het was eigenlijk te koud om buiten te zitten maar we waren met een te grote groep en het café was te klein. Na vier biertjes op mijn lege maag voelde ik hem al behoorlijk hangen en ik had het ook heel koud gekregen. Daar kwam nog bij dat het al half zeven was, en dat ik, als ik een beetje door zou fietsen de kinderen nog even kon voorlezen voor ze naar bed gingen. Nou vind ik weggaan als het nog leuk is, en er drank in het spel is, best wel ongezellig en meestal doe ik dit dan ook maar niet en blijf ik hangen tot het einde. Maar ja, daar krijg je later dan weer zoveel spijt van.
Ik vindt fietsen door de stad moeilijk. Ik word meestal behoorlijk gestrest van het drukke verkeer en van mensen die door het rode stoplicht rijden, taxi's die over de trambaan scheuren, de trambaan sowieso, met de mogelijkheid om er met je band in vast te komen zitten, al die bruggen die je op moet met je zware moederfiets enz. Dit vind ik nog erger als ik met iemand samen moet fietsen (naast elkaar dus) en ondertussen ook nog een gezellige conversatie moet voeren. Het zal wel komen doordat ik uit een nogal achterlijk gat in Maas en waal kom, waar het, in alle opzichten, het tegenovergestelde is van Amsterdam. Maar door mijn jolige stemming had ik bedacht dat ik er nu maar eens goed van moest genieten. Het zonnetje scheen, de dag liep op zijn einde dus veel mensen waren op weg naar huis, ik was alleen en kon zelf bepalen welke route ik ging nemen. En ik ging voor de toeristische: Eerst een beetje kronkelen door de Jordaan, toen een heel stuk over de gracht (Keizers, Heren of Prinsen), een stukje door de spiegelstraat en dan..... onder het Rijksmuseum door. Ik deed dit alles op mijn dooie gemakje en ik bedacht ondertussen allerlei wijze lessen over het leven en hoe je dat zo optimaal mogelijk kan leiden. Wat ik denk dat het allerbelangrijkste is, is dat je probeert te genieten van de kleine dingen in het bestaan. Dit noem je ook wel, met een term waar ik persoonlijk een enorme hekel aan heb "Mindfulness". Van zo'n woord en de lading die er achter zit ga ik bijna kotsen en uit principe lees ik dan ook nooit de Happinez. Er hangt een zweem over heen van yoga, wierook en meditatie en aan de andere kant van "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg". Maar ja een ander woord voor genieten en stilstaan bij op het eerste gezicht onbeduidende zaken is er niet.
Onder het museum door fietsen vindt ik een teken van waar geluk. Ik ben dan ook heel blij dat het nu na al die jaren weer kan, maar ik doe en deed het jammer genoeg bijna nooit. Gewoon omdat het nooit op mijn route ligt. Maar dat maakte nu dus niet uit en ik deed het lekker wel. Ik keek naar de toeristen die er onder (de indruk) door wandelden, naar het mooi versierde plafond, naar de hele nieuwe ingang van het museum en naar het "lichtende, einde van de tunnel". Het effect van de rijksmuseum-fietstunnel (goed woord voor galgje) is het grootst als je vanuit de stad fietst en uitkomt op het uitgestrekte Museumplein met het grote grasveld, het concertgebouw in de verte, de statige gebouwen aan de zijkant,  een vijver vooraan en de briljante letters I AM STERDAM  en alle mensen die ermee op de foto willen daarvoor. Dit alles met ook nog een mooi viooldeuntje van een straatmuzikant of arme conservatoriumstudent.......


 
 
 
Meer in mijn buurtje aangekomen, kwam ik langs een huisje wat aan een brug vast zat met een deur aan de waterkant en die deur stond open. Het is raar dat daar een deur zit want daaronder ligt het water en er is ook geen mogelijkheid om je boot er vast te leggen. Dat deurtje intrigeert me altijd al en nu stond het open. Even stoppen om een foto te nemen, dacht ik, want dit heeft ook wel iets heel moois.  De tram reed langs, de eendjes kuierden rond en ik kon mijn fiets amper overeind houden en tegelijk een foto maken met mijn telefoon door de biertjes die ik had gedronken.
Domweg gelukkig in Amsterdam..........
 
 


vrijdag 9 mei 2014

Het witte cafeetje

Toen we om kwart voor elf arriveerde was het witte cafeetje nog niet open. We reden nog een stukje verder de duinnen in en zette onze fietsen bij een open plek waar van takken een hele grote hut gemaakt was. Ole scharrelde er wat rond en vroeg de hele tijd wanneer we naar de speeltuin gingen. Aan dit soort opmerkingen kan  je zien dat het echte stadskinderen zijn, die van ons. Als we ergens in de vrije natuur zijn vinden ze het wel leuk, maar verlangen ze ook naar de kant-en-klare speeltoestellen die het stadse leven hen biedt.
Daarom gingen we ook naar het witte cafeetje, want daar is een terras bij met een speeltuintje. Het witte cafeetje heet niet echt  het witte cafeetje. Het heet in het echt "Gasterij 't Woud" en het ligt niet, zoals de naam doet vermoeden, in een bos maar het ligt aan de weg tussen Egmond en Bergen met achter zich de polder en voor zich het uitgestrekte duingebied.
Ik kwam hier ook al toen ik net iets met Tobias had, zo'n slordige achttien jaar geleden. Zijn ouders hadden toen ook al een huisje in de duinen maar dan dichter bij het witte cafeetje. Wij waren vaak in dit "oude duinhuisje" waar we vooral tot diep in de nacht goedkope wijn dronken bij ons zelfgemaakte kampvuur en zogenaamd diepe gesprekken voerden over het leven dat nog zou komen. De volgende middag, als we wakker waren geworden maakten we dan een hele flinke wandeling van tien minuten door de duinen om bij het witte cafeetje eieren met spek of iets anders substansieels te gaan eten met onze katerigge koppen.
Nu we in het nieuwe duinhuisje zitten en kinderen hebben is het een iets langere fietstocht maar het blijft leuk om er naar toe te gaan. Zoals ik al zij hebben ze een goed terras met speelplek voor de kinderen maar in het cafe zelf is het ook heel leuk. Het is er gezellig bruin en hangt van top tot teen vol met scheepsmemerobilia zoals reddingsboeien, een roer, oude scheepstouwen, foto's van schepen,  schilderijen van zeeslagen, scheepjes in flessen en  houten boegbeelden van mooie dames met ontblote borsten. Eerst lag er ook nog zand op de grond maar dat was nu niet meer.
We waren die dag alleen met Ole, want Louis was die ochtend samen met zijn neef Kolja bij het huisje opgehaald door zijn opa en oma om een dagje naar Madurodam te gaan.
Toen we binnenkwamen was het er nog bijna helemaal leeg maar al snel kwamen er een paar andere bezoekers. Allemaal van de gepensioneerde leeftijd en in sportieve "outdoor-kleding". Sommige stellen waren zelfs unisex. Er kwamen een oude man en zijn vrouw de barmevrouw een bloemetje geven. Een paar dagen daarvoor had de man er zijn tachtigste verjaardag gevierd maar hij was onwel geworden en er moest een ambulance komen om hem af te voeren en nu kwamen ze het personeel van Gasterij 't Woud bedanken voor de moeite die zij voor hem hadden gedaan. Ze bleven niet voor een kopje koffie want ze hadden een afspraak in Bergen met een vriendin en hun tijd was drukbezet want ze waren hier maar even want eigenlijk woonde ze in Frankrijk.
Aan de stamtafel zaten twee mannen van in de zestig die samen aan het fietsen waren. Ze hadden hun fietsen niet op slot gezet, zij de ene. Mijn vrouw Gree zou dat nou nooit doen, maarja dat heb je met vrouwen he, altijd voorzichtig. De andere man maakt ondertussen met zijn telefoon een foto van de kopjes koffie die ze besteld hadden. Hij zal ook wel een blog hebben, dacht ik.
Toen ik even naar de wc was vertelde de  ene over de wielrenner Jan Raas. Deze man stond bekend om zijn opvliegende karakter en op een dag toen hij thuiskwam zat er een vreemde man in zijn huis die met een pistool zijn vrouw en kinderen onder schot hield en dreigdde hen neer te schieten als Raas hem niet snel al zijn geld en waardevolle spullen zou geven. Jan Raas werd hierop zo boos, hij pakte een stoel en sloeg de dief hiermee helemaal in elkaar. Hij werd later zelfs nog vervolgd voor zware mishandeling. Dit verhaal hoorde ik pas toen we alweer op de fiets zaten want ik was de nieuwe wc's van de Gasterij aan het bewonderen. Destijds waren ze oud en bekleed met donkergroene tegeltjes met een reliefje  en sowiezo vrij donker. Nu waren het hangende potten en de ramen leken groter en de muren waren bekleed met beige tegeltjes. De twee mannen aan de stamtafel waren ook erg te spreken over de nieuwe wc's. Er gaat een echte kracht vanuit zij de spraakzame tegen de barmevrouw. Ik ben wel eens in Frankrijk in een restaurant geweest en daar hadden ze zulke mooie wc's, daar zou ik graag nog een keer naar teruggaan, alleen voor die wc.
De stillere van de twee zong ondertussen zachtjes mee met een mij onbekend oud liedje: "everybody wants somebody", wij betaalde voor de thee, koffie, limonade en de appeltaart en stapten weer op onze fietsen.