woensdag 21 september 2011

Hermitage

In Nederlandse musea en in de Hermitage in het bijzonder lopen veel keurig nette mensen rond. Grijze dakduiven, noemt mijn moeder ze, die zelf ook een grijze dakduif is. Ik had Ole mee genomen. De grijze dakduiven keken allemaal in de wagen en zeiden dingen als: ja, je moet er vroeg mee beginnen (met kunst kijken bedoelden ze denk ik), en ach die ogen..... of een hele groep oude dames waarvan er één zei: heeft hij er ineens wel heel veel oma's bij. Toch was het kijken naar de schilderijen, luisteren naar de audio- tour en ondertussen de wagen de museumzalen door manouvreren niet gemakkelijk en Ole was ook niet tevreden. Hij had een poepluier en wilde de borst. Gelukkig is mijn moeder vriend van de hermitage geworden. Dat betekent ook dat je toegang hebt tot de "vriendenlounge" van het museum. Een mooie grote kamer waar je rustig kan zitten, thee en koffie kan pakken en kunsttijdschriften kan lezen. Reuze handig voor met een baby en er was daar verder niemand. In het restaurant serveerde ze ook belgische gerechten als; Rubens bollekes (= een kruising tussen een oliebol en een puddingbroodje), Waterzooi van konijn (soort van soep met groente, room en vlees) en natuurlijk belgische frieten en wafels. En hebben jullie wel eens gehoord van platte kaas. Dat is een soort van creamcheese, geserveerd op gents brood met geroosterde tomaten en olijventappenade. Dat had ik en mam had garnalenkrokketten. Dit alles voor flinke prijzen. die ouwe knarren kunnen dat best betalen. De tentoonstelling hebben we daarna niet meer verder afgekeken (Ik was pas bij schilderij 5). Er kwam een kink in de kabel. De creche had gebeld dat Louis hard was gevallen en klaagde over pijn aan zijn tanden. Gelukkig bleek er achteraf niet veel aan de hand te zijn. Wel moet ik nu nog een keer terug naar de vlaamse meesters, vooral ook omdat je je zo jong, mooi en slank voelt tussen al die pensionadas en weelderig gevormde dames op het doek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten